Uitvaart en humor, kan dat?

Gepubliceerd op 27 januari 2025 om 16:18

Met een bloedserieus gezicht komt na afloop van de training die ik net gegeven heb voor uitvaartleiders, een deelnemer op me af: ‘Ik merk dat je best veel humor gebruikt in je presentatie. Doe je dat bij uitvaarten ook?’

 

Ik voel me licht betrapt, alsof ik bij deze mondelinge tweekeuze vraag zeker tegen de lamp zal lopen… Woorden als ‘respectloos’ en ‘egotripper’ wapperen door mijn hoofd.

 

‘Ehm… Jawel, dat komt voor…’ De man staart me fanatiek aan. Ik weet nog steeds niet welke kant dit op gaat.

 

‘Kijk, ik kom natuurlijk niet dijen kletsend binnen in een kamer waar verdriet is,’ waag ik een understatement. Hij schudt fervent van nee. ‘Maar humor is soms een balsem.’ Hij zwijgt met een vragende blik.

 

‘Laatst was ik in de kamer vlak na het overlijden van een vrouw van 42. Haar man had me opengedaan en ging me voor naar zijn gestorven geliefde. Hij was ontdaan en uitgeput, zodat hij alleen maar iets mompelde toen ik hem een hand gaf. De stilte was intens. Hij zag er zo verslagen uit dat ik hem niet wilde plagen met beleefde frases. Dus we zeiden allebei het minimale en verder was het stil.

 

Een paar minuten later belde het verzorgteam aan. Ook zij hielden zich op de vlakte. In stilte bracht de man de lievelingsjeans van zijn vrouw, om haar in op te baren en een schoon dekbedovertrek. De uitvaartverzorger en hij stopten samen het dekbed in de schone hoes. Het ging handig en snel.

‘Ja Nelleke, dat kunnen wij mannen,’ zei de uitvaartverzorger met oprechte trots.

 

Een lachje van de echtgenoot. Een heel klein pretlichtje in zijn doffe ogen. Het deed de hele kamer goed dat zijn gigantische stilte even doorbroken werd. Op zo’n moment is humor geen flauwe grap, maar tegenwoordigheid van geest, denk ik.’

 

‘Denk je?’ Fronsende wenkbrauwen.

 

‘Ja dat denk ik. Nog een voorbeeld. Ik begeleid een kistsluiting. Er zijn twintig mensen in de kamer, erg verdrietige mensen die afscheid nemen van een lieve, warme moeder en oma. Ik heb een gedicht gelezen. Iedereen heeft laatste persoonlijke dingen gefluisterd tegen de glimlachende, dode mevrouw. Veel stille tranen, een bedrukte stemming. Dan is het moment daar. Kleinzoons tillen het deksel op de kist. Ik reik de dochters en kleindochters een knop aan. Er wordt luid gesnikt, het laatste moment dat ze moeder zien emotioneert iedereen hevig. Snotterend draaien ze hun schroef in het deksel.

 

‘Ik heb hier niks, hij zit niet goed,’ zegt een dochter. ‘Ik ook niet, hij pakt niet.’  Ze kijken onzeker naar mij. Ik weet het ook niet, ik heb meer verstand van gedichten dan van kisten en ik blijf neutraal bij het hoofdeinde staan. Anderen nemen de kistknoppen over, huilen gaat over in geconcentreerd zoeken naar de schroefdraad en onderlinge aanwijzingen.

 

‘Het lijkt hier wel een handenarbeidlokaal,’ zegt een dochter. Ik schiet in de lach. Dat breekt het ijs. Iedereen lacht mee. De dochter knikt me toe. ‘Dat zou ma fijn gevonden hebben,’ zegt ze lachend en in tranen.

 

Bij bijna elk afscheid zijn er zulke momenten. Grotere en kleinere momenten van humor. Het lucht op. Het licht op, lijkt het wel.

Nooit om te bagatelliseren of om de draak te steken met verdriet. Natuurlijk niet. Maar het… nou ja, het helpt denk ik om soms even de spanning te ontladen.’

 

De ernstige uitvaartleider zegt niks. Ik weet nog steeds niet wat hij er eigenlijk van vindt.

 

Dan zucht hij. ‘Kan je daar dan geen cursus in geven?’


Reactie plaatsen

Reacties

Henriette Deckers
9 dagen geleden

Mooie voorbeelden, Nelleke! Fijn zuiver stukje.